VPRO Tegenlicht doet in ‘Het werken van morgen’ onderzoek naar banen van de toekomst. Welke banen verdwijnen met de opkomende technologische vooruitgang, en in welke functies kan de denkende, werkende mens nooit vervangen worden? Volgens een onderzoek van Oxford, dat in opdracht van Deloitte werd toegepast op de Nederlandse werkgelegenheid, zullen er in de komende tien jaar twee tot drie miljoen banen verdwijnen door de toenemende automatisering. Als ondernemend ontwerper neemt Naan de creatieve functies onder de loep en sprak voor MEST met directeur Marianne Splint (Gemeentemuseum Helmond) en directeur Errol van de Werdt (TextielMuseum in Tilburg), over hun visie op het museum als instituut, werkgelegenheid en de directeur van de toekomst.
Geschreven door Naan Eldering
Marianne Splint (Gemeentemuseum Helmond) en Errol van de Werdt (Textielmuseum Tilburg)
Er zal altijd behoefte blijven aan een fysieke plek, een verankering van cultuur.
– Marianne Splint
De cultureel directeur van de toekomst zorgt voor het voortbestaan van onze musea en past zich aan aan de snel veranderende samenleving. Met teruglopende subsidies en de toenemende digitalisering een uitdagende en snel veranderende rol. Een directeur heeft sterke invloed op de koers en de functies die vervuld worden in een organisatie. “Er zal altijd behoefte blijven aan een fysieke plek, een verankering van cultuur.” zegt Splint. Met de toenemende digitalisering verlangen mensen naar een plek van beleving. Ergens waar ze de textuur van verf op het doek kunnen waarnemen. Die ervaring is onvervangbaar. Daarbij is het belangrijk om slim gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden en daarmee de collectie op zoveel mogelijk plekken, voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te maken.
Volgens De Werdt is een museum een netwerkorganisatie. Een plaats waar ruimte geboden wordt voor participatie en eigen invulling, in plaats van een eenzijdig opgelegd beeld. De bezoeker wordt een gebruiker. “Instituten zijn toe aan een heruitvinding” en stellen zich de vraag “hoe kunnen we ons, met een terugtrekkende overheid, blijven ontwikkelen?”. Het museum als kennislaboratorium midden in de samenleving waar samen gecreëerd wordt. De kennis en collectie van het museum worden verder uitgebreid in samenwerking met de community.
Het TextielMuseum presenteerde de tentoonstelling: OMA. Een textiele wandbespanning gemaakt voor Rothschild Bank Headquarters in New Court, Londen.15 december 2012 t/m 14 april 2013
Bron: Textiellab
Splint maakt met het team de gehele collectie van het Gemeentemuseum Helmond online toegankelijk. Voor onderlinge museale samenwerking en uitwisseling van collectiestukken is het belangrijk om te weten welke werken er beschikbaar zijn en waar ze zich bevinden. Want, om te weten wat je wil laten zien, moet je wel weten wat er is. Een beroemd werk van Picasso is niet moeilijk te traceren, maar meer specifieke en onbekende kunstenaars en kunststromen zijn beter te vinden en interpreteren door een goed opgebouwde online catalogus.
Beide directeurs zien het museum vaker buiten zijn muren treden, zodat de informatie van het museum als kennisinstituut overal beschikbaar is. Een enorme voorraad opgebouwde kennis, meer dan alleen het ‘kijken naar kunst’ wordt steeds beter beschikbaar. Een online overzicht van collectie, maar ook bijbehorende brede achtergrondinformatie over de kunstenaar, stroming en de context waarin het werk gemaakt is. Toegang tot deze informatie biedt nieuwe mogelijkheden voor allianties met maatschappelijke partijen uit sociale domein, het onderwijs, kennisinstituten en het bedrijfsleven. Zo kunnen er diepere connecties ontstaan met andere vakgebieden zoals technologie, architectuur en wetenschap. Uit nationale en internationale samenwerkingen ontstaan rondreizende exposities die meerdere musea aandoen.
Brabant heeft een creatief vruchtbaar klimaat, met een infrastructuur die gebaseerd is op maken en doen.
– Errol van de Werdt
Het museum zal op meer manieren buiten zijn muren treden. Om de bezuinigingen in de cultuursector het hoofd te bieden en toch ruimte te creëren voor nieuwe ontwikkelingen gaan steeds meer musea opzoek naar andere inkomstenbronnen en verdienmodellen. De Werdt: “Brabant heeft een creatief vruchtbaar klimaat, met een infrastructuur die gebaseerd is op maken en doen. Met Eindhoven als ‘Brainport’ hebben we een belangrijke exporthaven binnen handbereik voor nationale en internationale samenwerkingen”.
Cultureel ondernemerschap is geen doel op zich, maar een middel om meer ruimte te krijgen voor de ontwikkeling van het museum. Horeca is een voor de hand liggende, maar weinig creatieve oplossing. Het Gemeentemuseum Helmond experimenteert met nieuwe winkelconcepten, zo opende zij een pop-up museumshop in het centrum van Helmond. In de toekomst gaan we ondernemerschap zien, waar musea hun kennis en expertise toe gaan passen in modern ambachtelijke producties in een nieuw jasje.
Pop-up museumshop Gemeentemuseum Helmond. 5 april t/m 20 juni 2014
Bron: Gemeentemuseum Helmond
De culturele directeur van de toekomst kan snel schakelen, staat open voor nieuwe ideeën, verbindt en draagt de organisatie.
– Naan Eldering
Het TextielLab is een goed voorbeeld waar deze ambities samenkomen. In samenwerking met de curatoren wordt gezocht naar trends en talent onder designers en kunstenaars die op basis van oude ambachten en nieuwe technieken, nieuwe producten ontwikkelen, die geproduceerd worden in het lab. Zo ontwierp het TextielLab in samenwerking met architectenbureau van Rem Koolhaas het interieur voor het hoofdkantoor van de Rothschild Bank in London. Splint draait het om. Het Gemeentemuseum Helmond werkt samen internationale partijen om exposities te realiseren. Voor de tentoonstelling Emoties werkten ze intensief samen met de universiteit van Tilburg, het Kunstpalais Erlangen in Duitsland en Cultureel Centrum Mechelen in België.
Zo spelen beide musea hun eigen, actieve rol in de ontwikkeling van ‘nieuwe cultuur’ en bijbehorende werkgelegenheid. Musea hebben een groeiende verbindende rol in het netwerk van kennis en ambacht. Ze verliezen hun statische plek als kijk op het verleden, en werken aan een initiërende en faciliterende rol in de samenleving.
De cultureel directeur van de toekomst is een creatief ondernemer in de creatieve wereld van cultuur, en daarmee nog lang niet weg te denken; hij of zij is de verbindende kracht. De directeur leidt niet van bovenaf, maar is inhoudelijk betrokken en faciliteert de wensen van de organisatie. Het is ondermeer de taak van de directeur om aan te sturen en mee te groeien in deze vernieuwingen. De culturele directeur van de toekomst kan snel schakelen, staat open voor nieuwe ideeën, verbindt en draagt de organisatie. En die directeur van de toekomst, die zijn ze de komende tijd nog even zelf.
Geschreven in opdracht van MEST, een magazine en platform voor cultuur in Noord-Brabant. Bekijk de originele publicatie hier.